Het aanwijzend voornaamwoordelijk bijwoord

Gatenvuloefening

Vul de gaten met het aanwijzend voornaamwoordelijk bijwoord
1. Die loketten. We rennen (naar) .
2. Deze vaten. De jongens schopten (tegen) .
3. Dit toetje. De gasten vroegen (om) .
4. Dat ongeluk. We vertellen (over) .
5. Die badkuip. We baden (in) met z'n allen .
6. Dat schip. We varen (met) .
7. Dit spookkasteel. Het is kind is (voor) bang .
8. Deze cd's. We luisteren (naar) met plezier .