Comparatief en superlatief

Gatenvuloefening

Vul de gaten in met de comparatief of de superlatief van het adjectief. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
1. Het (lief) meisje van de stad woont in mijn straat.
2. Flats zijn (hoog) dan bungalows.
3. Vertalen naar het Nederlands is (moeilijk) dan vertalen naar het Italiaans.
4. Pas op! Hier is de zee (diep) .
5. Mijn broer is (lief) dan mijn zus.
6. Hoe heet het (klein) dorp van Nederland?
7. De president van de VS is (bekend) dan de premier van Nederland.
8. Deze wasmachine is het (goedkoop) .
9. Het treinstation is (ver) van mijn huis dan het busstation.
10. Alle producten zijn dit jaar (duur) .