Het aanwijzend voornaamwoord 4

Gatenvuloefening

Vul de gaten in met het meervoud. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
1. Morgen ga ik (dit ringetje) verkopen.
2. De studenten hebben (deze video) nog nooit gezien.
3. Onze directeur wil (die nieuwe computer) ruilen.
4. Ik wandel graag op (dat plein) .
5. De postbode levert in (deze straat) .
6. Ik heb de gedichten in (dit schrift) geschreven.
7. De documenten kan je in (dat archief) raadplegen.
8. Heb je wel eens in (deze auto) gereden?
9. (Dat verhaal) ken ik goed.
10. Wij zien (die politicus) elke avond op tv.