Meervoud 2
Gatenvuloefening
Vul de gaten in met het meervoud van het woord dat tussen de haakjes staat. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
1. Kleine (dorpje)
hebben vaak mooie (kerk)
.
2. De (aankondiging)
hangen op de (bord)
.
3. In Italië zijn er weer (beer)
.
4. Mijn broer houdt van (auto)
.
5. (Kanarie)
wonen in (oerwoud)
.
6. De politie achtervolgt de (dief)
.
7. De (fles)
in de ijskast zijn koud.
8. De (wc)
zijn alleen voor (man)
.
9. De postbode brengt drie (brief)
van mijn vriend.
10. Nederland grenst aan twee (land)
, België en Duitsland.
11. Ik koop nieuwe (schoen)
voor het feest.
12. Hans verliest altijd zijn (sleutel)
.
Antwoord controleren
OK