Het rangtelwoord
Gatenvuloefening
Vul de gaten in met het rangtelwoord
1. We gaan vanavond naar de (2°)
voorstelling.
2. Hij geeft een feest voor zijn (40°)
verjaardag.
3. We zijn met ons achten; dus ieder krijgt een (8°)
stukje van de taart.
4. De (1000°)
koper krijgt een cadeau.
5. Jij staat als (18°)
op de lijst.
6. Ik neem de (1°)
trein naar huis.
7. De arbeiders krijgen hun loon op de (27°)
van de maand.
8. Op de (7°)
dag van de week werken we niet.
9. We wonen op de (12°)
verdieping.
10. Vorken en messen liggen in de (3°)
la.
Antwoord controleren
OK