De toekomstige tijd en de modale werkwoorden 1

Gatenvuloefening

Vul de gaten in met de correcte vorm van het werkwoord. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
1. Ik (zullen) het pakje morgen openmaken.
2. Zij (moeten) het tentamen herhalen.
3. Jullie (mogen) onze bedden gebruiken.
4. (kunnen) we morgen komen?
5. De controleur (willen) mijn kaartje zien.
6. Wij (zullen) een afspraak maken.
7. Josien (kunnen) goed koken.
8. (willen) u hier uw handtekening zetten?
9. Jij (mogen) de baby zien.
10. Dirk (moeten) de band van zijn fiets repareren.