Het vragend voornaamwoord
Kort antwoord-oefening
Maak een zin met een vragend voornaamwoord of adjectief.
Haar scooter is tien jaar oud.
Er komen meer dan twintig mensen op mijn feestje.
Het openingsconcert wordt in het muziekgebouw gehouden.
Aan het eind van de maand kunt u de resultaten verwachten.
De regisseur heeft afscheid genomen.
De jongens van de band zoeken een tweedehands gitaar.
Het is uit met mijn vriend; daarom huil ik.
Deze pasta moet twaalf minuten koken.