De woordvolgorde in de samengestelde zin 3

De woordvolgorde in de samengestelde zin 3

Meerkeuze-oefening

Welke zin of zinnen zijn correct?

1. We twijfelen of hij de protestanten heeft weten te overtuigen.
2. We twijfelen of hij de protestanten te overtuigen heeft weten .
3. We twijfelen of hij de protestanten weten heeft te overtuigen.
1. Terwijl mijn zus staat te kletsen, moet ik de afwas doen.
2. Terwijl mijn zus kletsen te staat, moet ik de afwas doen.
3. Terwijl mijn zus te kletsen staat, moet ik de afwas doen.
1. Mijn tante begrijpt niet waarom dat medicijn hier zoveel duurder is.
2. Mijn tante begrijpt niet waarom dat medicijn hier zoveel is duurder.
3. Mijn tante begrijpt niet waarom dat medicijn is hier zoveel duurder.
1. Onze secretaris heeft u gisteravond niet gebeld, omdat hij u zo laat niet wilde lastigvallen.
2. Onze secretaris heeft u gisteravond niet gebeld, omdat hij u zo laat niet lastig wilde vallen.
3. Onze secretaris heeft u gisteravond niet gebeld, omdat hij u zo laat niet lastigvallen wilde .
1. Madelon heeft weinig kennissen, omdat ze zo ontzettend saai is.
2. Madelon heeft weinig kennissen, omdat ze zo ontzettend is saai.
3. Madelon heeft weinig kennissen, omdat ze is zo ontzettend saai.
1. Gert hield voor veel mensen verborgen dat hij voor de veiligheiddienst had gewerkt.
2. Gert hield voor veel mensen verborgen dat hij voor de veiligheiddienst gewerkt had.
3. Gert hield voor veel mensen verborgen dat hij had voor de veiligheiddienst gewerkt.
1. Ik vind het een enorme prestatie dat hij een tweede studie gaat doen.
2. Ik vind het een enorme prestatie dat hij een tweede studie doen gaat.
3. Ik vind het een enorme prestatie dat hij gaat een tweede studie doen.
1. Mijn buurvrouw legt de tomaten in de zon, zodat ze kunnen rijpen.
2. Mijn buurvrouw legt de tomaten in de zon, zodat ze rijpen kunnen.
3. Mijn buurvrouw legt de tomaten in de zon, zodat rijpen ze kunnen.
1. Ik koop een nieuwe scooter, omdat veel onderdelen van mijn oude vervangen zouden moeten worden.
2. Ik koop een nieuwe scooter, omdat veel onderdelen van mijn oude zouden moeten worden vervangen.
3. Ik koop een nieuwe scooter, omdat veel onderdelen van mijn oude vervangen moeten zouden worden.
1. De man zaagde een gat in de keukendeur, zodat de poes zelf naar buiten kon gaan.
2. De man zaagde een gat in de keukendeur, zodat de poes zelf kon naar buiten gaan.
3. De man zaagde een gat in de keukendeur, zodat de poes zelf kon gaan naar buiten.
1. De archeologen vertellen niet dat zij een graftombe ontdekt hebben.
2. De archeologen vertellen niet dat zij een graftombe hebben ontdekt.
3. De archeologen vertellen niet dat zij hebben een graftombe ontdekt.
1. Mijn oud collega sms't me dat ze op mijn afscheidfeest hoopt te komen.
2. Mijn oud collega sms't me dat ze hoopt op mijn afscheidfeest te komen.
3. Mijn oud collega sms't me dat ze op mijn afscheidfeest te komen hoopt.