De woordvolgorde in de samengestelde zin 2
Kort antwoord-oefening
Zet de items tussen haakjes op de juiste plaats in de bijzin
(zich, vergist ) De ouders hopen dat de politie heeft.
(zich, schaamde) De jongen verstopte zich achter het huis, omdat hij vreselijk.
(ons, verveeld) Wij zijn niet naar dat etentje gegaan, want ik weet zeker dat we er erg zouden hebben.
(zich, afspeelt) Deze serie die op het platteland, is van Nederlandse makelij.
(rondzwierven) De politie besloot het station 's nachts te sluiten, omdat er veel junks.
(afgesproken) Nadat ze hun volgende ontmoeting hadden, ging elk een andere kant uit.
(aangeeft) In het stadion hangt een groot bord dat de stand.
(opgehangen) Het rooster dat morgen zal worden, is bestemd voor de masterstudenten.
(niet) Simon begreep dat hij hard genoeg gestudeerd had.
(niet) Het is zo'n vreemd verhaal dat ik het zou kunnen navertellen.
(niet) Pieter hield vol dat hij haar bedrogen had.
(geen) Het is jammer dat er plaatsen meer voor die voorstelling beschikbaar zijn.