De bijzin van tijd 2
Gatenvuloefening
Vul het gat in met de correcte tijd van het gegeven werkwoord
1 (studeren) Toen ik in Utrecht
, ging ik vaak naar de film.
2 (worden) Als het donker
, zie je de lantaarns van de visserboten op zee.
3 (melken) Nadat de boer de koeien
, ging hij naar het dorpscafé.
4 (zetten) Voordat je je handtekening
, moet je het statuut goed doorlezen.
5 (staan) Toen Floris eenmaal op het vliegveld
, ontdekte hij dat hij zijn paspoort thuis had laten liggen.
6 (overstromen) Sinds de rivier het land
, was de weg op de dijk gesloten.
7 (hebben) Zolang ik geen auto
, kan ik mijn grootmoeder maar zelden bezoeken.
8 (luisteren) Annabel
naar de radio, terwijl ze in de file stond.
Antwoord controleren
OK