1. Mijn oom ingenieur.
2. Wat een verassing: de flat goedkoper te zijn dan we verwachtten.
3. Bram de eerste prijs gewonnen te hebben; zeker weet ik het niet.
4. Mijn zoontje wil later coureur .
5. Goedemorgen, ik de Socratesstudent uit Antwerpen.
6. Kleine kinderen groot.
7. Die jongen ons niet geschikt voor jou.
8. Hij meer verstand te hebben van auto's dan van meisjes.
9. Het me heerlijk om met vakantie naar Griekenland te gaan.
10. Ik heb nog nooit papaja's gegeten; ze lekker te zijn.