Het onpersoonlijke werkwoord
Gatenvuloefening
Vul de gaten in met het onpersoonlijk voornaamwoord en de presens van het werkwoord
1. (misten)
op de A2.
2. (donderen)
in de verte.
3. (plensen)
buiten.
4. (spoken) In het kasteel
.
5. (onweren)
boven de stad.
6. (waaien) In de woestijn
altijd.
7. (sneeuwen)
in het noorden.
8. (vriezen) Vandaag
.
Antwoord controleren
OK