door H. van der Heide / 10 november 2016
Lui è del tutto solo e impassibile.
Ha una velocità interiore che rapisce,
la stessa forza che hanno pianeti e fiori.
Hij zit volstrekt alleen en ongemoeid.
Hij heeft wat een planeet heeft en een bloem,
een innerlijke vaart die diep vervoert.
Een mysterieuze figuur waart rond in de stad, op de voet gevolgd door de lyrische verteller op zoek naar een reisgenoot. In de onzekere tijd tussen de twee wereldoorlogen publiceerde Martinus Nijhoff het lange gedicht Awater dat zich kan meten met het beste wat het Modernisme heeft geproduceerd. Zojuist verschenen bij Raffaelli Editore, nu eindelijk ook in het italiaans als het eerste deel van de poëziereeks Lyra Neerlandica, in een vertaling van Monica Puleo met een inleidend essay en noten verzorgd door Herman van der Heide.
In de reeks zullen elk jaar drie bundels verschijnen. Awater wordt gevolgd door Een winter aan zee en Helena’s inkeer van Adriaan Roland Holst, vertaald en bezorgd door Jean Robaey en Het lied der dwaze bijen en andere gedichten van Nijhoff, vertaald door Giorgio Faggin en bezorgd door Marco Prandoni.