Toon items op tag: taalunie

Helaas zit het er alweer op! 9 Weken lang heb ik María Jose Calvo Gonzalez mogen helpen bij het geven van Nederlandse lessen, maar na hard werken, oefenen en het mondeling examen in januari is deze ervaring voor mij voorbij. De studenten gaan nog wel een half jaar door met Nederlands leren, echter zonder mij en onder begeleiding van een andere moedertaal spreker van het Nederlands.
Na de kennismaking met een paar belangrijke Nederlandse fenomenen zoals Sinterklaas, Nederlandstalige muziek en de voorliefde voor fietsen, konden we de Kerstgebruiken niet zomaar ongemerkt voorbij laten gaan. Dus ook daar hebben we even bij stilgestaan vlak voor de kerstvakantie met speciale aandacht voor de kerstliedjes en de vertaling daarvan.
Gedurende de hele cursus was mijn voornaamste taak het verbeteren van de uitspraak, wat ik geprobeerd heb te doen doormiddel van dialogen, uitspraakoefeningen, rolspellen en opdrachten in tweetallen. De verschillende soorten activiteiten bestonden uit het nadoen van winkelgesprekken, telefoongesprekken, afspraakjes maken, het vragen naar de weg, vertellen over jezelf of familie en voorkeuren kunnen geven over verschillende onderwerpen (bijvoorbeeld eten en drinken of type woningen). Al deze onderwerpen kwamen dan ook terug op het mondeling tentamen, die alle studenten met succes hebben doorlopen.
Ter afsluiting van het succesvolle semester zijn we nog naar de Nationale Bibliotheek van Spanje geweest voor een mooie tentoonstelling van de Rubens, Van Dyck en de gouden eeuw der Vlaamse gravuren. Dit was een leuke manier om de studenten nog een laatste keer te zien voordat ik terugging naar Amsterdam om mijn opleiding af te ronden.
Want helaas is er aan mijn Erasmus uitwisseling ook alweer een eind gekomen op 5 februari. Ik heb mijn rol als conversatiedocente als zeer leuk en leerzaam ervaren en ben blij dat ik dit heb kunnen combineren met de andere vakken die ik aan de Universidad Complutense de Madrid heb gevolgd. Wie weet dat ik ooit nog in het talenonderwijs terecht kom, maar voor nu zal ik me eerst focussen op de afronding van mijn Bachelor. Beste studenten en María, bedankt voor deze onwijs leuke ervaring!

Gepubliceerd in MediterraNed Blog!


In september 2018 zette ik een grote stap voorwaarts wat betreft mijn universitaire carrière. Ik koos er resoluut voor om in het zonovergoten Granada een nieuw avontuur aan te vatten en er een volledig jaar te studeren. Het voorafgaande jaar had ik reeds twee semesters in de Zuid-Franse stad Toulouse gestudeerd, en dus was het in dat opzicht niet iets compleet nieuws. Toen ik echter op 4 september voet zette op Zuid-Spaanse bodem, had ik meermaals kippenvel-momenten, aangezien het toch een heel nieuw avontuur is en er je enorm veel nieuwe ervaringen te wachten staan.


Hoewel alle steden in Andalusië stuk voor stuk prachtig zijn, is Granada net dat tikkeltje anders. Granada is uniek, je ziet en ontdekt er dingen die je in geen enkele andere stad ter wereld zou kunnen vinden. In februari, bij wijze van voorbeeld, zat ik in het centrum nog te genieten van een frisse pint bij een heerlijk weertje van +/- 23 graden, waarna ik de bus nam die mij naar de Sierra Nevada, de omliggende bergketen, bracht om enkele uurtjes te gaan skiën onder een stralende zon. In tegenstelling tot wat vele mensen denken, is Granada absoluut geen ‘grootstad’. Het centrum is immers tamelijk klein in vergelijking met andere grote Spaanse steden, zoals Madrid, Barcelona of Málaga. Dit betekent ook dat alles op wandelafstand van elkaar ligt, zeker wanneer je een appartement of studio in het centrum huurt, is niets écht ver van je woonplaats gelegen. Voorts spelen de Spaanse keuken met haar overheerlijke tapas, de eeuwige glimlach van de sympathieke Spanjaarden op straat, en de dagelijks stralende zon een grote rol in mijn liefde voor deze stad. Naast een woon- en werkstad, is Granada ook dé stad voor studenten. Dankzij de vele activiteiten die georganiseerd worden en de talrijke disco’s die elke nacht weer hun deuren openen, heb je altijd wel iets te doen in het bruisende Granada.


Aangezien ik een volledig schooljaar in het buitenland zou verblijven, vond ik het voor mezelf ook belangrijk een jobje te vinden in Granada om mijn verschillende trips te financieren. Zeer toevallig kwam ik tijdens de zomer van 2018 in contact met enkele studenten die het voorgaande schooljaar hun Erasmus in Granada hadden doorgebracht. Het is dankzij hun informatie dat ik contact kon opnemen met de docent Nederlands in Granada: Fernando García de la Banda. Allebei waren we meteen uiterst enthousiast over onze toekomstige samenwerking als leraar + assistent. Mijn taak bestaat er in twee maal per week de les bij te wonen en met de leerlingen verschillende mondelinge vaardigheden te oefenen. In dit tweede semester is er een groep ‘Nederlands 2’ met 16 studenten en een groep ‘Nederlands 4’ met 8 studenten. Ze volgen haast allemaal een opleiding vertaler-tolk en zijn daarom ook steeds enorm enthousiast en behulpzaam tijdens de lessen.


In het begin was het in ieder geval wat wennen, omdat je samenwerkt met studenten van ongeveer dezelfde leeftijd en dat brengt aanvankelijk enige onzekerheid en angst teweeg. Uiteindelijk was die kleine portie stress nergens voor nodig, de leerlingen zijn namelijk één voor één enorm leergierig en komen naar elke les met één bepaald doel voor ogen: hun Nederlands verbeteren. Vanwege hun groot enthousiasme en mede dankzij de actieve en leerrijke lessen van Fernando, werd mijn taak al aanzienlijk vergemakkelijkt. Het is zo’n wonderlijke ervaring om elke week op intensieve wijze de leerlingen iets bij te brengen, en voor de energie die je er zelf in stopt krijg je van de leerlingen steeds weer een grote glimlach of een welgemeende ‘dankjewel’ in ruil. Naast de lessen Nederlands op de faculteit, spreek ik af en toe ook met de leerlingen buiten school af. Dit is voor hen de ideale mogelijkheid om hun mondelinge vaardigheden te oefenen en mij Nederlands-gerelateerde vragen te stellen, en dit alles in een aangename en rustige sfeer.


Het concept Erasmus is op zich al iets fantastisch. Zeker voor leerlingen die vreemde talen studeren, kan ik dit ten zeerste aanraden. Kortom, mijn Erasmus-avontuur in deze veelzijdige stad in combinatie met het student-assistentschap hier in Granada, is tot nu toe al een ongelooflijke ervaring geweest. Erasmus opent je ogen, verbreedt je horizon en laat je zien wat het leven je in feite allemaal te bieden heeft. Als je zelf de kans zou hebben om je in een dergelijk avontuur te smijten, kan ik dit enkel maar toejuichen en zeg ik daar dan ook simpelweg het volgende op: doen!

Gepubliceerd in MediterraNed Blog!
maandag, 28 februari 2022 10:15

Student-assistent Nederlandse Taalunie

Studenten Nederlands in Padua (Veneto, Italië)

Ik was gedurende drie maanden (oktober-december 2021) student-assistent voor de afdeling Nederlands aan de Università degli Studi di Padova. Hierbij hielp ik vier Italiaanse studenten uit het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding en drie studenten uit de Masteropleiding met hun mondelinge taalvaardigheid in het Nederlands. Met de studenten uit het tweede en derde jaar kwam ik elke maandagochtend een uur samen. Ook de studenten uit de master zag ik wekelijks een uur, maar niet op een vaste dag of tijdstip.

De ontmoetingen met de studenten

Tijdens onze eerste ontmoeting waren de tweede-en derdejaarsstudenten nog wat terughoudend en voorzichtig, omdat het naast de lessen Nederlands op de universiteit voor hen de eerste keer was dat ze met een moedertaalspreker in gesprek gingen. De eerste afspraken had ik het gevoel dat ze niet goed wisten wat te zeggen en dat ze bang waren om fouten te maken. Als ik hen een vraag stelde, antwoordden ze kort met één of twee woorden, maar niet met een volledige zin en ze gaven geen extra commentaar. Maar al snel merkte ik dat ze meer en meer loskwamen, dat ze meer probeerden en vooral meer durfden. Ik was blij op te merken dat hun Nederlands elke week verbeterde en dat ze vlotter uit hun woorden geraakten. Ik moedigde hen aan om zo weinig mogelijk Italiaans te gebruiken als ze het Nederlandse woord niet wisten en vroeg hen bijvoorbeeld naar een synoniem of om op een andere manier uit te leggen wat ze bedoelden. Bovendien begonnen ze me vragen te stellen over zaken die tijdens de lessen Nederlands aan bod waren gekomen, over bepaalde gezegdes, het verschil tussen Nederlands in Nederland en Nederlands in België, etc. Daardoor merkte ik dat ze oprecht geïnteresseerd waren en er meer over wilden leren. De studenten zijn op een paar maanden tijd heel hard gegroeid.

Omdat de masterstudenten al wat meer ervaring hadden, was het voor hen niet zo’n drempel om Nederlands te spreken. Twee van hen zijn ook al in Nederland op Erasmus geweest en hadden de Nederlandse taal dus al in het dagelijks leven gehoord. Maar ook zij hebben tijdens onze afspraken heel wat vooruitgang geboekt. Ik merkte dat ze de eerste ontmoetingen nog vaak Italiaanse woorden gebruikten als ze de Nederlandse vertaling niet wisten, maar na een tijdje probeerden ze me het woord in het Nederlands uit te leggen, of zochten ze naar een synoniem. Hun uitspraak verbeterde sterk en al snel konden ze me een volledig verhaal in het Nederlands vertellen, zonder op het Italiaans terug te vallen. De studenten maakten gebruik van gevarieerde woordenschat en vielen niet altijd terug op de standaard zinsconstructies. Verder hebben ze altijd interesse getoond in de Nederlandse taal en stelden ze me veel vragen over zaken die ze bijvoorbeeld op de Facebookpagina van Stad Antwerpen hadden zien passeren, ze vroegen me naar Nederlandse liedjes, films en televisieseries. De studenten hebben hun Nederlands, ondanks de ervaring die ze al hadden, sterk verbeterd en kunnen volledige gesprekken met een moedertaalspreker voeren.

Gespreksstof

Omdat ik niet goed kon inschatten hoe ver de studenten al stonden met hun mondelinge vaardigheid in het Nederlands, ben ik bij de tweede-en derdejaarsstudenten heel rustig begonnen met een aantal standaardvragen, bijvoorbeeld ‘Waarom heb je ervoor gekozen om Nederlands te studeren?’.  Dat waren algemene vragen over de opleiding, over de stad, over Italië in het algemeen, om wat los te komen en om niet meteen over ingewikkelde onderwerpen te moeten spreken. Ook voor mij was dat een goede manier om van start te gaan, want zo kon ik wat meer over de stad en de universiteit te weten komen. Om niet elke keer over school te hoeven spreken en om voor wat variatie te zorgen, had ik ook een spel voorbereid. Ik had een lijstje met een twintigtal algemene vragen opgesteld, bijvoorbeeld ‘Wie is je favoriete acteur?’ of ‘Welk land wil je absoluut nog bezoeken?’. De studenten moesten om de beurt een van de vragen voorlezen, zelf antwoord geven en vervolgens moesten ook de anderen antwoorden. Dat was een groot succes en een goede manier om elkaar wat beter te leren kennen. Omdat ik de studenten buiten ons wekelijkse uurtje ‘Nederlands mondeling’ af en toe ook op de universiteit of op café zag, leerden we elkaar al snel goed kennen en konden we over heel uiteenlopende onderwerpen spreken. Dat maakte het voor ons allen wat minder schools en zorgde er ook voor dat er gevarieerd taalgebruik aan bod kwam.

Ook met de masterstudenten was het makkelijk onderwerpen te vinden om in het Nederlands over te kunnen spreken. Omdat het contact vanaf de eerste afspraak vlot verliep, vonden we al snel raakpunten en gemeenschappelijke interesses, met heel wat interessante conversaties als gevolg. Onze gedeelde passie voor literatuur zorgde er dan ook voor dat we interessante boeken met elkaar konden uitwisselen, wat ook voor mij erg leerrijk was. Toch vond ik het ook belangrijk om af en toe over actuele onderwerpen in België te spreken, zoals politiek of hoe de coronacrisis in België wordt beleefd. Maar naast de meer geleerde onderwerpen konden we evengoed uren over films, series en de Italiaanse en Vlaamse keuken praten. Het viel me op dat het voor hen ook makkelijker was om over alledaagse, niet schoolse onderwerpen te spreken, omdat er dan geen taalbarrière is in verband met bijvoorbeeld register. Als we over de lessen op de universiteit spraken, hadden ze de neiging om formele termen te gebruiken, die je in een woordenschathandboek zou studeren. Door over uiteenlopende onderwerpen te spreken die leven onder twintigers, gebruik je meer gevarieerde woordenschat en komen er vaker nieuwe woorden naar boven.

Mijn ervaring

Als ik er nu aan terugdenk dat ik voordat ik naar Padua kwam twijfelde om student-assistent te worden, kan ik nu alleen maar heel blij zijn dat ik het heb gedaan. Het is een erg interessante en leerrijke ervaring geweest. De vragen die de studenten me stelden hebben me zelf meer doen nadenken over de Nederlandse taal, want als moedertaalspreker sta je vaak niet stil bij de zaken die voor anderstaligen niet van zelfsprekend zijn. Bovendien ben ik erg dankbaar dat ik op deze manier met Italiaanse studenten in contact ben gekomen, die uiteindelijk mijn vrienden zijn geworden. En het was natuurlijk een goede gelegenheid om mijn Italiaanse woordenschat bij te schaven, want ook ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om hen af en toe een vraag te stellen.

Leine Meeus

Toegepaste Taalkunde: Nederlands – Engels – Italiaans

KU Leuven Campus Antwerpen

Erasmus Padua: september 2021-februari 2022

Gepubliceerd in MediterraNed Blog!
maandag, 31 maart 2014 00:00

MediterraNed Blog

Welkom in de MediterraNed Blog!

Gepubliceerd in MediterraNed Blog!


Groepsfoto © Els Verschuere

Van 4 tot 17 augustus nam ik deel aan de 64e Taalunie Zomercursus Nederlands die in Gent plaatsvond. Dit jaar waren 116 studenten van maar liefst 30 nationaliteiten aanwezig.

Deze intensieve en professionele cursus werd verzorgd door het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de Universiteit Gent onder de leiding van Els Verschuere.
Het bestond uit vier trajecten, namelijk: media en politiek, kunst en literatuur, zakelijk en literair vertalen, didactiek en taalkunde. Ik koos voor het eerste.
Het omvatte ook een digitaal voorbereidingstraject op een onlineplatform van de UGent.
Niets werd aan het toeval overgelaten!

Het voorbereidingstraject startte in april met webcolleges over interculturele bedrijfscommunicatie en over het gekozen professionele veld.
In de tweede fase maakten we kennis met Maud Vanhauwaert, officiële stadsdichter van Antwerpen voor de periode 2019-2020. Maud werd door de stad gekozen vanwege ‘haar sterke poëtische zeggingskracht en haar frisse benadering van poëzie’. Ze is immers een artieste die op een andere manier denkt.
Er werd ons verder gevraagd om een persbericht te schrijven n.a.v. haar aanstelling als stadsdichter. Met het oog op onze ontmoeting met Maud moesten we eveneens drie vragen voorbereiden.

                  
Op maandag 6 augustus ontmoetten we Maud voor een creatieve workshop over poëzie en multiculturaliteit

 

De derde fase was gericht op de tweedaagse stage bij Vlaamse en Nederlandse bedrijven of organisaties. We stelden ons CV, een motivatiebrief en een videoboodschap op voor ons bedrijfsbezoek.

De zomercursus bestond voornamelijk uit interactieve workshops over media en politiek in Nederland en België.
Interculturele communicatie was een kernpunt van onze lessen. We moesten immers creatief samenwerken. Bijvoorbeeld werden we in groepjes verdeeld om mee te werken als een krantenkantoor of en regering van een ministaat. Daarna bespraken we ons werk met de medecursisten.

We hadden belangrijke gasten zoals Axel Buyse en Filip Verhoest.
Axel Buyse is ‘Algemeen Afgevaardigde voor de Vlaamse Regering bij de Europese Unie’. Zijn lezing ging over de Belgische deelstaten - gewesten en gemeenschappen - en de complexe diplomatische betrekkingen van de Vlaamse Regering met Nederland en de EU.
Filip Verhoest is journalist en ‘factchecker’ van De Standaard en De Gentenaar. Zijn workshop ging over het schrijven van een nieuwsbericht.

Op dinsdag 6 augustus kregen we een rondleiding door onze gaststad. Daarna werden we verwelkomt door het Gentse stadsbestuur in de geweldige Pacificatiezaal met hapjes en drankjes. Wat een fantastische ontvangst!

    

                                           De oude Gentse gildehuizen met hun markante trapgevels   

           

                                                 Pacificatiezaal Stadhuis Gent

Tijdens de cursus bezochten we ook het Nederlandse Parlement (Staten-Generaal) in Den Haag en het Europees Parlement in Brussel. Dus konden we veel beter inzicht krijgen in de werking van deze complexe wetgevende machines die ons dagelijks leven beïnvloeden.

             

De Hofvijver met het Binnenhof op de achtergrond                De vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

 
               
De vergaderzaal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal        De vergaderzaal van het Europees Parlement

 

Op 12 en 13 augustus ging ik op stage naar ‘Liberaal Archief/Liberas’ - Centrum voor de geschiedenis van het vrije denken en handelen - samen met een Servische medestudente.
Het was ons gevraagd om op zoek te gaan naar materiaal voor een tentoonstelling rond het thema ‘energie’. We gebruikten onze kennis van Nederlands en Frans om de oude bronnen grondig te onderzoeken zowel in het digitale collectiebeheerssysteem en in de papieren archivalia. Het was een heel verrijkende werkervaring!

De feestelijke slotavond van de cursus vond plaats in het prachtige Augustijnenklooster in Gent.
Aan de hand van presentaties, posters en blogstukjes stelden we de zomercursus voor aan de genodigden.

         

Deze cursus was voor mij een geweldige kans om mijn taal- en communicatievaardigheden te verbeteren en te versterken in een interculturele, professionele en stimulerende omgeving.
Ik kon aanzienlijk gebruik maken van mijn opleidingsbagage. Bovendien kreeg ik de gelegenheid om mijn sociale en professionele netwerk uit te breiden.
In lijn met de doelstellingen van de Taalunie zie ik mezelf nu als een ambassadeur van het Nederlands en de Nederlandstalige cultuur wereldwijd.
Nederlands is steeds meer een wereldtaal, daar ben ik van overtuigd!

         

                                                   Uitzicht van de Gentse Gras- en Korenlei

Gepubliceerd in MediterraNed Blog!

HarbaLoriFaFeestelijke presentatie op het KNIR (Koninklijk Nederlands Instituut Rome) van de nieuwe Italiaanstalige literatuurgeschiedenis van de Lage Landen: Harba lori fa! Percorsi di letteratura fiamminga e olandese (Napoli University Press 2012, gratis te downloaden http://opar.unior.it/1631/).

 

De bundel is bedoeld voor een Italiaanstalige doelgroep. De laatste uitgebreide literatuuroverzichten waarmee Italiaanse studenten – en andere belangstellenden – in hun eigen taal de Nederlandse letterkunde konden bestuderen, dateren al van vóór 1970. De essays in Harba Lori Fa! richten zich in eerste instantie op Italiaanse studenten Nederlands, maar ook op een breder Italiaanstalig publiek dat van directe informatie over de Nederlandse letteren totaal verstoken is. Daarom wil de bundel een wetenschappelijk, maar tegelijk algemeen toegankelijk inzicht in de Nederlandse en Vlaamse literatuur bieden, en is aan gebruiksvriendelijke multidisciplinaire en comparatistische verbanden de nodige aandacht besteed. 

 

Lees in Neder-L een interessant artikel van Marc van Oostendorp over de Italiaanstalige literatuurgeschiedenis.

 

Gepubliceerd in MediterraNed Blog!