MIJN TWEE- OF MEERTALIGHEID**

door Wiel Kusters / 04 februari 2019

Mijn moedertaal, de taal waarin ik ben opgegroeid tot ik na het bereiken van de lagere-schoolleeftijd als Nederlander tweetalig werd, is de taal van Kerkrade, een (voormalig) mijnwerkersstadje in het zuidoosten van Nederlands Limburg, twaalf kilometer boven Aken.

Het Kerkraads is een Ripuarisch dialect.

Het Ripuarisch is in de taalkunde bekend als een Middelfrankische taalvariëteit, gesitueerd in het gebied tussen de Benrather linie en de Bad Honnefer linie in Duitsland.
In Nederland behoren alleen de dialecten van Kerkrade, Vaals, Bocholtz en Simpelveld tot deze Ripuarische familie. Zelfs in de provincie Limburg, met zijn vele taalvarianten, die tezamen wel als 'Limburgs' worden aangeduid, zijn deze dialecten, waaronder dus mijn moedertaal, 'exotische' verschijningen. Meer nog geldt dat voor de taal van mijn jeugd, die ik natuurlijk nooit verleerd heb, wanneer we haar afzetten tegen het Standaardnederlands, waarin ik vanaf mijn zeventiende, achttiende ben gaan schrijven en publiceren.

Dat laatste wil niet zeggen dat ik niet ook in het Kerkraads heb geschreven. Toen ik een jaar of zestien was, publiceerde ik mijn eerste gedichten, waaronder een bewerking in het Kerkraads van een gedicht van Jacques Prévert, 'Page d'écriture', in het tijdschrift van de dialectvereniging Veldeke. Daarna heeft het echter nog een hele tijd geduurd voordat ik opnieuw, en met mondjesmaat, voor het Kerkraads heb gekozen.

In mijn lezing zal ik ingaan op het hoe en waarom van deze keuzes, en op het in mijn werk te constateren feit dat ik me bij gelegenheid ook wel eens van het Duits heb bediend, die andere zo nabije taal.

Als een extra gegeven voor mijn verhaal beschouw ik mijn samenwerking met de Roemeens-Duitse dichter Oskar Pastior (1927-2006), auteur van onder andere Der krimgotische Fächer (1978), liederen en balladen in een klankrijke 'krimgotische' pseudotaal. Met hem, net als ik afkomstig uit een landendriehoek van talen en culturen, heb ik in Berlijn en Maastricht schrijfprojecten ondernomen die ons amuseerden en waarvan we leerden. Oskar was zó principieel meertalig dat hij het zelfs gewaagd heeft Petrarca uit het Italiaans te 'vertalen', zonder Italiaans te kennen. En om bijvoorbeeld een gedicht van Stefan George op mijn verzoek uit het Duits in het Duits over te zetten, waarna ik daar dan ('een') Nederlands van maakte.

** Op 11 april 2019 gaat Wiel Kusters een lezing houden over dit onderwerp tijdens de derde conferentie Minatori di memorie, gewijd aan meertaligheid in het (voormalige) mijngebied. De conferentie vindt plaats op de Universiteit van Bologna (Departement Vreemde talen) en op het Mijnmuseum Sulphur (Perticara). Conferentieblog: https://convegnomemoriaculturale.wordpress.com

’s Avonds in het literair café 'La confraternita dell’uva' zal tevens een nieuwe bundel binnen de poëziereeks Lyra Neerlandica feestelijk worden gepresenteerd: Wiel Kusters, Carbone notata, vertaling Franco Paris & Marco Prandoni, inleiding Herman van der Heide, Raffaelli (Rimini).